Verbeter de wereld, begin bij jezelf

Verbeter de wereld, begin bij jezelf

Een bijdrage over werken in de kunstensector in het kader van de Rekto:Verso-editie 'Over Werk' (september 2019).

auteur
Twee-eiige Drieling
Image
RektoVerso
  • Rekto:Verso nr. 85 uit september 2019 ging over werken, solidariteit/precariteit en de problematische mechanismen van freelancen en flexicurity in de cultuursector.

  • Twee-eiige Drieling droeg onderstaande variatie op het thema bij; we beeldden ons als juristen van de duivel in hoe de cultuursector zelf actief onze sociale zekerheid en overheidsfinanciering ondergraaft en hoe we daar iets aan kunnen doen.


Verbeter de wereld, begin bij jezelf

We schrijven dit stuk wellicht als oefening, zeker uit balorigheid en heel misschien ook als het begin van een polemiek. Want als de socio-economische positie van de kunstenaar mee afhangt van hoe groot onze collectieve pot van sociale bijdragen en belastingen is, zijn we in de kunsten dan zelf wel zo herverdelend bezig? Zullen we die grote pot mee spekken of mee pluimen?

In tijden van Panama Papers en hallucinante uittredingsvergoedingen voor onze verloren volksvertegenwoordigers heeft de cultuursector een actieve rol te spelen om meer solidariteit af te dwingen. En dus moeten we ook onze eigen asociale mechanismen aan de kaak durven te stellen. Hoe we onze eigen privileges handhaven of nog willen uitbreiden. Welke rechten we zonder nadenken uitoefenen, misschien wel ten koste van.

We doen er hier een paar uit de doeken, als een oproep om als sector het goede voorbeeld te geven, radicaler solidair te zijn. Reculer pour mieux sauter. Of vinden we het allemaal totaal normaal, hoe het nu gebeurt?

KVR? Steentje in de schoen.

We beginnen met iets heel kleins. Een zeurend steentje in onze schoen of Achilleshiel: de kleine vergoedingsregeling (KVR) voor kunstenaars. Kort door de bocht kunnen we in ruil voor een kunstenaarskaart per jaar 2.578 euro verdienen zonder belastingen of sociale bijdragen te betalen – zonder de grote pot te spekken, dus. Tellen we de drie laatste jaarverslagen van de Commissie Kunstenaars op, dan zijn er in België 29.869 kunstenaarskaarten in omloop.

Deze KVR-regeling is Schrödingers zwartwerk, want het administratieve onlinesysteem is niet verplicht en het papieren overzicht moet nergens worden aangegeven. Is dat nu het goede voorbeeld van de cultuursector? Herdenken we dat niet eens?

Schaf die KVR’s af en verplicht zo voor elke opdracht een écht statuut met sociale bijdragen. Zo evolueren we naar een systeem waarbij élke vergoeding zowel het individu vooruithelpt als bijdraagt aan de pot. In één klap komen we ook tegemoet aan de verzuchting van professionaliserende kunstenaars dat ze met de KVR-regeling beconcurreerd worden. De jonge speler heeft dan geen sociaalrechtelijke shelter meer om onderbetaald een 'kans' te verzilveren. En de zelfstandige kunstenaar kan niet langer genieten van een tax shelter voor ‘kleine’ opdrachtjes.

Of we schaffen dat KVR-systeem niet af, maar introduceren een vaste bijdrage van 10%. Als – even fantaseren – elke kunstenaarskaart gemiddeld 500 euro per jaar oplevert, zouden we daar jaarlijks 1,4 miljoen euro mee ophalen. Om terug te steken in de algemene pot van de sociale zekerheid? Voor een cultuurfonds of belangenverdediger van freelance kunstenaars? Of koppelen we het huidige onlinesysteem voor KVR’s aan onze belastingaangifte en verstevigen we via de onderwerping aan gemeentebelasting het lokale cultuurbeleid?

Het lijkt misschien een druppel op een hete plaat, maar is in elk geval radicale solidariteit met al wie géén toegang heeft tot het KVR-systeem. In tijden van flexicurity telt elke cent bijdrage.

Fiscaal regime auteursrechten? De kat bij de melk.

Neem nu het fiscaal regime voor inkomsten uit de cessie of concessie van auteurs- en naburige rechten. Dat werd ooit ingevoerd om kunstenaars minder belastingen te laten betalen op zowel herhaaldelijke lage inkomsten als op eenmalige hoge inkomsten na jaren van voorbereiding en droogte.

Opnieuw kort door de bocht: tot 16.320 euro betalen we dus maar 7,5% belastingen en ook daarboven blijft het voordelig. Dankzij de niet-beroepsgebonden definitie van auteursrechten wordt dit systeem tegelijk (vooral?) gretig toegepast in andere sectoren. Denk aan een bvba die taaltrainingen en trainingen voor ‘persoonlijke ontwikkeling’ verzorgt. Of in onze eigen gevleugelde woorden: elke consultant die een tekst kakt.

Het logische gevolg is dat dit fiscaal regime in auteursrechten al omschreven wordt als de nieuwe salariswagen. Revolte in de kunstensector, toch? Het kan toch niet de bedoeling zijn om op onze voorzet een nieuw lek in de pot te laten boren? Om de maatschappelijke waarde van onze auteurs- en naburige rechten te laten kapen om bonussen uit te delen? Om de kat bij de melk te zetten en te vergeten dat die melk ooit opraakt?

Nee, de sector ligt van iets anders wakker. Volgens het Hof van Cassatie moeten kunstenaars-werknemers sociale bijdragen betalen op die inkomsten. Voor het Hof horen ze immers bij het loon. Hoog tijd voor seminaries, studiedagen, debatten en petities! Het zal toch niet waar zijn. De pot én onze sociale opbouw spekken met auteursrechten? We negeren dus met z’n allen die rechtspraak, zelfs onze Sociale Bureaus voor Kunstenaars steken hun vingers in hun oren.

Maar wat blijkt dan? Wanneer de inkomsten uit rechten (zonder sociale bijdragen te hebben betaald) boven 8.892 euro gaan, gaat dat surplus opnieuw af van onze werkloosheidsuitkering. Bureaucratische valstrik of logisch gevolg van de financiering van de sociale zekerheid? Seminaries, studiedagen…! Misschien dan maar zelfstandige worden? Die betalen er sowieso geen sociale zekerheidsbijdragen op. Alles is goed om geen sociale zekerheidsbijdragen te moeten betalen.

Je eigen vzw? Grafdelven op het sociale kerkhof.

Hoe kunnen we dan wel het goede voorbeeld geven? Pleiten we voor sociale bijdragen voor iedereen, inclusief zelfstandigen, met striktere controles op de toepassing? Of schaffen we het systeem gewoon af? Of opnieuw: hoe vinden we een manier om solidair te zijn tegenover al wie géén auteurs- of naburige rechten creëert en dus uitgesloten wordt van dit uitzonderingssysteem? Of is dit systeem bijsturen gewoon een druppel op een hete plaat?

Want, horen we je zeggen, is onze situatie al niet precair genoeg? Moeten we echt nog méér sociale bijdragen en belastingen betalen op te weinig geld van opdrachtgevers? Wij van Twee-eiige Drieling vrezen nochtans dat de cultuursector de oplossing al gevonden heeft. Drop familieleden en vrienden in je 'eigen' vzw.

Maatschappelijk doel: mezelf. Ontsla je opdrachtgever gewoon van zijn socio-economische verantwoordelijkheid en word zelf een onderneming. Neem jezelf in dienst en pas de vrijstelling eerste werknemer toe, een maatregel van de overheid die de loonkost voor de werkgever bijna tot nul herleidt. Verhoog zo je budget om je voordelen in de uitkering ('kunstenaarsstatuut') te verkrijgen. Draag minder bij voor méér sociale rechten.

Nee, je socio-economische positie verstevigen betekent stoppen met ze zelf te ondergraven. In Amsterdam gaat Veem House for Performance maar 100 dagen per jaar open, want er is te weinig geld. Als in België iedereen met z'n eigen vzw'tje factureert, zouden we het hier 600 dagen per jaar kunnen openhouden. Te weinig geld om de CAO te volgen? Ach, meer sociale rechten zijn niet nodig: ondernemingen hebben enkel meer ‘ondernemerschap’ nodig. En betaalt je eigen vzw je te weinig uit? Dan heet dat je eigen schuld.

Je socio-economische positie verstevigen betekent ook stoppen met die van anderen te ondergraven. De kunsten worden door de oplettende wetgever en beleidsmaker al decennia gezien als een sociaal, fiscaal en organisatorisch laboratorium. En met welke oplossingen komen wij dan voor de postfordistische arbeider, de fietskoerier? Een minimum aan rechten en verplichtingen opzoeken en tegenover de maatschappij uitzondering op uitzondering uitkerven. Zo blijken we van het sociale kerkhof veeleer de grafdelvers dan de uitdagers.