Van Tomorrowland tot trouwfeest: de ene DJ is de andere niet

Van Tomorrowland tot trouwfeest: de ene DJ is de andere niet

Een kritiek uit 2018 op de (magere) verslagen van de Commissie Kunstenaars.

auteur
Twee-eiige Drieling
Image
DJ / COmmissie
  • Eind 2018 verscheen onderstaande kritiek op de Commissie Kunstenaars op de juridische nieuwswebsite Jubel.

  • Wat wel of niet 'artistiek' is volgens het Belgische recht is een veel besproken en gecontesteerd vraagstuk. Een artistieke prestatie leveren geeft namelijk toegang tot verschillende voordeelregels, onder andere in de sociale zekerheid.

  • Tot eind 2018 was er in de verslagen van de Commissie Kunstenaars - een van de instanties die dit begrip beoordeelt- nauwelijks sprake van een inzage in de manier waarop zij tot een positieve of negatieve conclusie komen.

  • De kritiek op de manier waarop de Commissie Kunstenaars verslag uitbrengt is nog steeds actueel. In 2021 kwam dit terecht in verschillende standpunten en nota's van belangenverdedigers over de hervorming van het kunstenaarsstatuut.


Van Tomorrowland tot trouwfeest: de ene DJ is de andere niet

Een klassieker dreigt ook aan de zakelijke en juridische kant van de kunsten weleens een fout cliché te worden. Onlangs zondigde Red Bull Elektropedia, een online blog hoofdzakelijk gericht op elektronische muziek, zich nog aan een platgedraaid deuntje: dj’s leveren geen artistieke prestatie! Het artikel poogt voorbij de opruiende titel een overzicht te geven van de manieren waarop een dj zich kan laten vergoeden.

Waar bij de meeste mensen die vraag neerkomt op werknemerschap of zelfstandigheid, ligt dat bij zij die artistieke prestaties leveren inderdaad iets complexer. Naast wijdverspreide vormen van interimarbeid kennen zij ook onder andere 1bis RSZ-wet (die inspirerend blijkt voor de discussie rond de autonome werknemer) of de Kleine Vergoedingsregel voor Kunstenaars (KVR), terug te vinden in 17sexies KB RSZ-wet en tevens de spil van het Red Bull Elektropedia artikel.

Artistiek of niet? 

Het belang van het leveren van een artistieke prestatie kan in de context van een beginnende dj inderdaad niet onderschat worden. Wie in opdracht werkt geeft de KVR 30 dagen per jaar recht op een volledig RSZ-, BTW- en belastingvrije vergoeding van maximum 126,71 euro per dag en 2.534,11 euro per jaar. Je hebt hiervoor wel een eerste indicatie nodig dat je prestatie artistiek is in de vorm van een kunstenaarskaart afgeleverd door de Commissie Kunstenaars.

Daar wringt het schoentje, althans volgens het artikel. Na een wel zéér vrije en weinig ter zaken doende interpretatie van voordeelregels in de werkloosheid voor artistieke profielen, schrijft de auteur dat de Commissie Kunstenaars een afwijzend “officieel standpunt” aangaande dj’s zou hebben.

In het jaarverslag uit 2010 lezen wij nochtans enkel in een puur indicatieve tabel dat een dj geen artistieke prestatie levert. Dat opent nog veel ruimte voor discussie.

De gehanteerde wettelijke definitie van een artistieke prestatie sluit in ieder geval al geen dj’s uit. Onder “artistieke prestaties” dient namelijk te worden verstaan “de creatie en/of uitvoering of interpretatie van artistieke oeuvres in de audiovisuele en de beeldende kunsten, in de muziek, de literatuur, het spektakel, het theater en de choreografie “.

Ook artikel 17 van het Huishoudelijk Reglement van de Commissie Kunstenaars creëert nog geen paniek in de discotheek. De Commissie neemt de wettelijke definitie over en lijst nog een paar overwegingen op. Is de prestatie overwegend technisch, technologisch, organisatorisch of artistiek? Welke indicatie geven de auteurs- en naburige rechten? Moeten we in de voorliggende case rekening houden met een nieuwe techniek, vorm of technologie?

De Commissie Kunstenaars creëert ook zélf ruimte. In het jaarverslag uit 2010 lezen we dat enkel ‘creativiteit, originaliteit en uniciteit’ criteria zijn om te komen tot een oordeel. Bovendien houden ze de deur open voor beroepen die hier op bepaalde ogenblikken aan voldoen en op andere niet. Ze wensen zich ook te laten verrassen door de aanvragen. Citaat: “Die constante evolutie spoort ons aan om kunst op een andere manier te benaderen, ze brengt ons in verwarring en daagt uit ons uit door voortdurend de grenzen van de artistieke mogelijkheden te verleggen.” In 2016 werd er opnieuw gepoogd om tot vaststaande ‘beroepenlijsten’ te komen, maar de Commissie verliet dit pad en blijft zich case per case beraden.

Conclusie: de ene dj is de andere niet en wie artistiek wil zijn zal het moeten uitleggen. Van Tomorrowland over hippe live beatmaker tot trouwfeesten, elke dj verdient z’n eigen beoordeling. Ondanks de terecht nuancerende reactie van de voorzitter van die Commissie Kunstenaars, blijft het artikel volharden in de boosheid om van deze richtsnoer een verlammende regel te maken.

Waar gaat de Commissie heen?

Waar het artikel dan weer niet op ingaat is een zeker gebrek aan transparantie van de Commissie. Hun reeds vermelde verslag uit 2010 is het laatste (!) waarin zij hun visie op het begrip ‘artistieke prestatie’ ontwikkelen en zo enkele handvaten aanreiken waarmee het al dan niet artistiek zijn van een prestatie beargumenteerd kan worden. De verslagen van 2016 en 2017 gaan in op enkele actuele thema’s en vraagstukken uit de kunsten en bespreken de werking van de Commissie zelf, maar geven geen nieuw inzicht in de evoluties van hun uitspraken.

Daar zit misschien wel de echte angel. Gelukkig is 2018 bijna voorbij en kunnen we vooruitkijken naar een nieuw jaarverslag. Nu de achterstand bij de Commissie is weggewerkt en een digitaal platform om KVR-administratie bij te houden in de steigers staat, wordt het (anoniem) transparanter maken van de beslissingen van de Commissie de volgende uitdaging. De jaarverslagen van de Administratieve Commissie ter Regeling van de Arbeidsrelatie kunnen hier voor inspiratie zorgen.